Stadsrechten waren in de Europa tijdens de middeleeuwen bijzondere rechten en privileges die aan een plaats in Europa werden toegekend. In Europa kwamen stadsrechten vooral voor in de gebieden waar de Romeinse politiek aan de macht was.
Geschiedenis
De stadrechten werden door landsheren vanaf het jaar 1000 aan nederzettingen verstrekt. Nederzettingen betekent eigenlijk gewoon een bewoonde plaats. Stadsrechten waren zowel een positieve als een negatieve ontwikkeling voor de rijke heren. Het was positief omdat het hoge inkomsten opleverden, en het was positief omdat ze konden bijdragen tot de economische ontwikkeling van een gebied of een land. Het was ook negatief omdat de lokale heer een deel van zijn gebied kon kwijtraken en zo dus niks meer kon verdienen. In de laatste honderd jaar van her oorspronkelijke traditionele stadsrecht oftewel de 16e eeuw, had de adel grotendeels de macht geleverd.
Rechten
Verschillende soorten stadsrechten waren bijvoorbeeld:
Privileges:
-
Stadsmuren: dat was het recht om een muur rondom de stad te bouwen
-
Marktrecht: dat was het recht om een markt te houden (daarvoor moest je wel betalen)
-
Stapelrecht: dat was het recht om bepaalde handelsgoederen als eerst te mogen verkopen
-
Tolrecht: dat was het recht om tol te heffen
-
Muntrecht: dat was het recht om je eigen munt te slaan